Winterpostelein

Winterpostelein      
Claytonia perfoliata
Posteleinfamilie
------------------------------------------------------------

De winterpostelein groeit van nature in Noord-Amerika. Via Cuba is de plant naar West-Europa gekomen. De soort werd in West-Europa verbouwd als wintergroente en komt nu veel verwilderd voor en dan veelal massaal. Vanwege de route waarlangs de plant in Europa arriveerde, wordt de plant in Duitsland 'Kubaspinat' genoemd.

Winterpostelein is een lage, éénjarige, 10 – 20 cm hoge plant zonder hoofdstengel. De planten bestaan uit een bundel van rozetbladeren. De plant is tijdens de bloei gemakkelijk te herkennen aan de schotelvormige bladeren, waar de stengel door heen lijkt te groeien. Het schotelvormige blad bestaat in feite uit een tweetal vergroeide bladeren. Daarboven staan de witte bloemen. Zie foto 2.

De plant groeit  in zandige, tamelijk droge grond.

Winterpostelein is een plant met witte bloemen, maar in Nederland komt ook de roze winterpostelein voor. Bij deze plant zijn de twee bladeren onder de bloeiwijze niet vergroeid. De bloemen zijn lichtroze, de kroonblaadjes zijn aan de top in gesneden. Roze winterpostelein is verspreid via kwekerijen. Via tuinafval is het ook in bosranden te vinden, op donkere plaatsen op zure grond.

De geslachtsnaam ‘Claytonia’ komt van de Engelse botanicus John Clayton, die in de 18e eeuw geleefd heeft, ten tijde van Linnaeus.  De soortaanduiding ‘perfoliata’ betekent  ‘doorboord’: De stengel lijkt door de twee vergroeide bladeren te zijn heengegroeid. De Nederlandse naam ‘winterpostelein’ is gegeven vanwege de gelijkenis in vorm en gebruik met postelein. Dat is een zomergroente.
De Nederlandse naam postelein is al heel oud en komt van het Italiaanse ‘porcellana’; de naam voor de groente postelein.  Deze is afkomstig is van ‘porcus’, ‘varken’, omdat varkens deze plant veel zouden eten.

De plant is tegen vorst bestand en daardoor in het vroege voorjaar een belangrijke bron van vitamine C en mineralen als calcium, magnesium en ijzer.
De plant ontkiemt vaak al in de herfst, zodat het blad in de winter en het vroege voorjaar kan worden gegeten  als groente in een salade, maar ook als stamppot. Hij werd in het verleden veel gekweekt en is nu via de biologische winkels aan een wederopstanding begonnen.

Bloem Witte bloemen, met 5 kroonbladen van 2-3 mm lang, met een ronde top. De bloem heeft vijf meeldraden. Zie foto 3.
Hoogte 0,10 – 0,20 m.
Bloeitijd April-juni.
Blad Ruitvormige langgesteelde rozetbladeren.  Onder de bloeiwijze schotelvormige bladeren.
Stengel Geen hoofdstengel, maar een bundel stelen.
Vruchten Doosvrucht.
Overig Eenjarige plant.
Standplaats Open, droge, zandige, voedselrijke grond.
In Breda In perken en tuinen, op zandgrond.
Vergelijk Roze winterpostelein (Claytonia siberica). Geen vergroeide schotelvormige  bladeren. Roze bloemen met gespleten kroonblaadjes.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda