Muurvaren

Dit kleine varentje kom je in Breda veel tegen op wat oudere tuinmuurtjes en op bruggen. In tegenstelling tot wat wel eens wordt beweerd veroorzaakt de groei van dit plantje geen schade aan de muren. Dit geldt trouwens voor de meeste planten die op muren groeien.

De wetenschappelijke naam van de muurvaren is Asplenium  ruta muraria. De leerachtige, matgroene bladeren blijven het gehele jaar groen; bij strenge vorst sneuvelen er veel. De bladsteel is grotendeels groen; alleen aan de voet is hij zwart. De bladsteel is minstens  even lang als de bladschijf.  De bladschijf bestaat uit deelblaadjes die rond, driehoekig of ruitvormig zijn en aan de bovenzijde fijn gezaagd.

De sporenhoopjes zijn lang en dun en zitten aan de basis van der deelblaadjes. Zij hebben lichtgroene, langwerpige gewimperde dekvliesjes. Tussen juni en oktober zijn de sporen rijp. De sporendoosjes bedekken dan de hele onderzijde van het blad.

De muurvaren komt voor in bijna geheel Europa, het Atlasgebergte, gematigd Aziƫ en oostelijk Noord-Amerika. Zij groeit uitsluitend op stenig substraat.

Dit varentje is bij uitstek de pionier van muurbegroeiingen. Zij groeit zowel op vrijstaande muren en oude gebouwen als op muren die aan aarde grenzen. Zij vestigt zich al in minieme holten in kalkrijke cement van voegen. In oude steden en bij kastelen wordt zij dikwijls vergezeld door de muurleeuwenbek. Wat kerken betreft heeft de muurvaren een voorkeur voor protestantse kerken. Katholieke kerken worden de gehele week gebruikt en worden daardoor meer verwarmd.
In tegenstelling tot andere varens groeit de muurvaren vaak op muren die op het zuiden geƫxponeerd zijn en door felle zonbestraling zeer droog zijn.

Photo Gallery: Muurvaren

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda