Muurleeuwenbek

Muurleeuwenbek
Cymbalaria muralis
Weegbreefamilie
----------------------------------------------------------
Noord- en Midden-Italië en het westelijk deel van Kroatië vormen het gebied waar de soort inheems is. In de 17de eeuw is de soort ingevoerd in West- Zuid- en Midden-Europa en wordt in het Cruijdtboeck van Dodoens uit 1644 genoemd als een soort die, nadat ze is uitgezet in Delft, zich op diverse plekken vestigt. Intussen kent de plant een mondiale verspreiding.

Insecten kunnen tussen de boven- en de onderlip door de bloem bezoeken en zorgen voor de bestuiving. Ze worden daarbij door de mooie tekening op de onderlip en de twee gele knobbels geleid. Na de bloei kromt de bloemsteel zich van het licht af. De ronde vrucht gaat na rijping aan de top open zodat de zaden met hun typische richeltjes vrij kunnen komen. Eén van de zaden is echter altijd zo groot dat het de vruchtopening niet uit kan, maar door die kromming van de steel wordt de vrucht met dit zaad als het ware in een spleet gedrukt tussen de stenen. Als het cement tenminste niet te hard is. Een geschikt substraat blijft zo bezet door de muurleeuwenbek.

De bladeren van muurleeuwenbek zijn eetbaar en worden in de mediterrane regio in salades verwerkt. Ze bezitten een pittige smaak. Oudere bladeren worden bitter. In de kruidengeneeskunde werd de plant gebruikt bij de heling van wonden.

De geslachtsnaam ‘Cymbalaria’ is afgeleid van ‘kymbalon, wat met ‘cimbaal’ of ‘bekken’ vertaald kan worden. Dit verwijst naar de vorm van de bladeren. De soortaanduiding ‘muralis’ betekent ‘muur’. ‘Leeuwenbek’ in de Nederlandse naam slaat op de gelijkenis van de bloem met de muil van een leeuw.

Bloem Kleur lichtpaars, zeldzaam wit. Bloemen met een duidelijke spoor. Tweelippige kroon, op de onderlip twee dooiergele knobbels. Zie foto 2 en foto 3.
Hoogte 0,15 – 0,60 m.
Bloeitijd April - herfst.
Blad Hart-niervormig, 5-7-lobbig, gaaf met stekelpunt op elke lob, van onderen vaak paarsig. Zie foto 4.
Stengel Liggend, onbehaard. Soms hangend.
Vruchten Doosvrucht met spleten openspringend.
Overig Overblijvend, maar vorstgevoelig. Wortelt op de knopen.
Standplaats Op oude muren en tussen stenen.
In Breda Op oude muren en op de grens van bebouwing en stoep. Zie foto 5.
Vergelijk Lijkt niet op andere planten.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda