Knolsteenbreek

Knolsteenbreek
Saxifraga granulata
Steenbreekfamilie
------------------------------------------------------------
Knolsteenbreek is een overblijvende plant. Hij vormt een groenblijvend wortelrozet van niervormige, gekartelde groene blaadjes. De blaadjes en bloeistengels zijn met kleverige klierharen bezet. Aan de voet van de plant ontwikkelen zich kleine, bruine knolletjes.
De witte bloemen staan in een losse, armbloemige, asymmetrische bloeiwijze.
De 1 tot 1½ cm grote bloemen hebben vijf langwerpige kroonbladen, die driemaal zo lang zijn als de langwerpige kelkslippen.

Bestuiving gebeurt vooral door zweefvliegen en bijen. De meeldraden rijpen eerder dan de stempel, zodat zelfbestuiving niet mogelijk is.

Deze mooie plant doet zijn naam geen eer aan. Hij kan echt geen stenen breken. De meeste vertegenwoordigers van de steenbreekfamilie groeien in berggebieden. Ze wekken de indruk de rotsen te splijten, doordat ze in kieren en spleten van het gesteente groeien. Maar de spleten waren er eerder dan de plantjes. De naam vindt zijn werkelijke oorsprong in het medicinaal gebruik van steenbreeksoorten, nl. als geneesmiddel bij nier- en blaasstenen. De naam ‘Saxifraga’ komt van ‘saxum’ – rots, steen en ‘frangere’ – breken. ‘Granulata’ – wijst op de knolletjes.

De knolsteenbreek is echter geen gebergteplant. Hij kwam vroeger algemeen voor in beekdalen en andere vochtige graslanden in de zuidelijke provincies van ons land. Hij was net zo algemeen als speenkruid. Hij heeft ook eenzelfde methode van verspreiding, nl. door broedknolletjes. Maar de knolletjes van de steenbreek zijn blijkbaar gevoeliger voor negatieve milieu-invloeden. Door ontwatering en overvloedig gebruik van kunstmest is het een bijna verdwenen, zeldzame plant geworden. In Breda komt hij toch op enkele plaatsen nog voor, zelfs in de stad, langs de singels.

Een vorm met dubbele bloemen wordt als tuinplant gekweekt : het Haarlems klokkenspel (Saxifraga  granulata ‘Plena’). Deze  plant kwam eeuwen geleden al als stinzenplant voor, in parken van buitenplaatsen vooral in de omgeving van Haarlem.

Bloem Vijf witte, langwerpige kroonbladen van 1 cm lang, 5-slippige kelk, 10 meeldraden en 2 stijlen. Zie foto 2 en 3.
Hoogte Tot 0,50 m.
Bloeitijd Mei – juni.
Blad Verspreid, lang gesteeld, niervormig, gekarteld. Zie foto 4.
Stengel Rechtopstaand, kleverig behaard, bovenaan vertakt, in een los bijscherm.
Vruchten Een veelzadige, tweedelige doosvrucht. De stoffijne zaden worden door wind en water verspreid en behouden hun kiemkracht tot wel vijf jaren.
Overig Voortplanting niet alleen door zaad, maar ook door broedknolletjes, die aan de voet van de plant groeien. Vaste plant.
Standplaats In vochtige graslanden.
In Breda Langs de singels, geluidswal Heusdenhout.
Vergelijk Kan van een afstand verward worden met pinksterbloem (Cardamine pratensis), maar daarvan is het blad geveerd.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda