Hopklaver
Medicago lupulina
Vlinderbloemenfamilie
------------------------------------------------------------
Hopklaver behoort met nog een stel andere verwante klavers tot de zogenaamde ‘dwergklavers’. Hopklaver is daarvan wel de meeste voorkomende in Breda. Het is een kruipende plant met opstijgende stengels.
Je loopt er makkelijk aan voorbij omdat ze zo klein zijn. Anderzijds kun je hopklaver van het voorjaar tot in de herfst veelvuldig in bermen, wegkanten en wat verwaarloosde grasveldjes aantreffen.
Vele insecten bezoeken hopklaver voor de nectar en het is een van de waardplanten voor het icarusblauwtje (Polyommatus icarus).
Het geslacht waartoe hopklaver behoort, heet in het Nederlands ‘rupsklaver’, naar de vorm van de vruchtjes. Die worden bij hopklaver ook wel ‘niervormig’ genoemd. Kenmerkend is ook de zwarte kleur van de peulen.
De geslachtsnaam ‘Medicago’ komt van ‘Medië’, een landstreek in Perzië. De soortaanduiding ‘lupulina’ komt van ‘Humulus lupulus’ en dat is hop. De bloemtros van hopklaver lijkt op de vrucht van hop, de zogenaamde hopbellen. De Nederlandse naam verwijst daar ook naar.
Bloem | Kleine gele bloemen van 2–3 mm. In een bloemtros van 10-50-bloemen,. |
Hoogte | 0,07 – 0,50 m. |
Bloeitijd | April – najaar. |
Blad | Klaverblad, gedeeld 3-tallig. Het middelste deelblaadje heeft een langere steel dan de andere twee deelblaadjes. Omgekeerd eirond met topspitsje.Zie figuur4. |
Stengel | Vierkantig; opstijgende stengels |
Vruchten | Niervormig, bij rijpheid zwart. Zie de figuren 5 en 6. |
Overig | Vaste plant of eenjarig. |
Standplaats | Stenige plaatsen, voedselrijke, droge tot vochtige grond. |
In Breda | Bermen, trapveldjes, langs zandpaden. |
Vergelijk | Driekleurig viooltje (Viola tricolor) heeft, de naam zegt het al, kleurrijkere bloemen: paarsblauw, lichtblauw en geel. Bovendien zijn de kroonbladeren duidelijk groter dan de kelkbladen. |