Harig vingergras
Digitaria sanguinalis
Grassenfamilie
------------------------------------------------------------
De zeer omvangrijke grassenfamilie is onderverdeeld in 12 subfamilies. Een daarvan is de subfamilie van de gierstgrassen waartoe het geslacht vingergras behoort.
Deze onderfamilie heeft de meeste vertegenwoordigers in de warmere streken van de aarde. In de tropen behoort meer dan de helft van de grassoorten tot de gierstgrassen (Panicoideae) Het zijn planten die efficiënt kooldioxide uit de lucht kunnen binden waardoor ze sneller groeien dan de Nederlandse wilde planten. Daarnaast kiemen ze laat in het jaar waardoor ze veelal ontsnappen aan allerlei vormen van bestrijding.
In Nederland zijn er maar enkele soorten die tot de gierstgrassen gerekend kunnen worden. Het zijn glad en harig vingergras, hanenpoot (Echinochloa crus-galli) en de naaldaarsoorten (Setaria). Hun eigenschappen van snelle groei en uitgebreide worteling maken ze tot gevreesde onkruiden, vooral in maisakkers. Het kost veel de maistelers veel inspanning om deze soorten, mede vanwege hun late kieming, effectief te bestrijden.
Beide soorten vingergras, harig en glad, komen al eeuwenlang in Nederland voor. Het zijn echte liefhebbers van een warme standplaats.
Vooral harig vingergras breidt zich nog steeds uit, vooral op zandige ‘rommelhoekjes’ die in een stad ruim voorhanden zijn. Ook langs wegkanten waar ’s winters gepekeld wordt, is het te vinden want het is heel goed bestand tegen strooizout. Glad vingergras treffen we meer aan als tuinonkruid en buiten de stad in maisakkers.
De geslachtsnaam ‘Digitaria’ betekent ‘ vinger’. De kenmerkende bloeiwijze lijkt sterk op een hand met gespreide vingers. Het aantal ‘vingers’ kan variëren van twee tot vijftien. Aanvankelijk liggen ze dicht tegen elkaar maar later spreiden ze zich uit waarbij ze in één vlak blijven liggen en zo de vorm van een hand vertonen.
De soortaanduiding ‘sanguinalis’ betekent ‘bloedkleur’. De plant is vaak rood aangelopen en wordt daarom ook wel bloedgierst genoemd.
Harig vingergras heet ‘harig’ omdat de bladschede en vaak ook de bovenkant van de bladschijf dicht bezet is met tamelijk lange haren. Glad vingergras is grotendeels onbehaard.
Bloem | Bloeiwijze bestaat uit twee of meer paars aangelopen trossen als vingers aan een hand uitgespreid. Aartjes 2,5 – 3,5 mm lang, met twee ingeplant langs de as van de tros. |
Hoogte | 0,10 – 0,60 m. |
Bloeitijd | Juli – herfst. |
Blad | Bladschede en bladschijf van boven behaard. |
Stengel | Stengels deels liggend, deels opstijgend. |
Vruchten | Kleine graankorrel. |
Overig | Eenjarig. |
Standplaats | Zonnige, stenige, zandige en voedselrijke grond. |
In Breda | Langs wegranden, vluchtheuvels, bermen, begraafplaatsen. |
Vergelijk | Glad vingergras (Digitaria ischaemum). Blad en bladschede zijn onbehaard. |