Akkervergeet-mij-nietje
Myosotis arvensis
Ruwbladigenfamilie
----------------------------------------------------------
Veel soorten van de ruwbladigenfamilie zijn forse, ruig behaarde planten. Zo niet de vergeet-mij-nietjes. Het zijn slanke, ijle planten, die wel behaard zijn, maar eerder zacht dan ruig.
Het akkervergeet-mij-nietje doet zijn naam geen eer meer aan. Het is nog maar zelden op akkers te vinden en in maisvelden al helemaal niet. Het groeide vooral in graanakkers, maar het verdraagt geen kunstmest. Toch is het een algemeen voorkomend plantje, dat zich aan allerlei omstandigheden kan aanpassen. Het heeft een nieuw ‘thuis’ gevonden in de stedelijke omgeving.
Het gedijt in bermen, plantsoenen, tuinen en moestuinen, op zonnige, halfbeschaduwde, droge tot matig vochtige plaatsen.
Het is een kleinbloemige soort, met bleekblauwe bloemetjes, die aan een steeds langer wordende stengel groeien. De bloeiwijze is aanvankelijk stijf opgerold, zoals een jong varenblad. Zie foto 2. Geleidelijk ontrolt de stengel zich, zodat de open bloemetjes altijd bovenin staan. Zie foto 4.
Het gele ringetje in de bloem bestaat uit ‘keelschubben’, die op de keel, de overgang van bloembuis naar kroonslippen groeien.
Er komt weinig bijenbezoek op vergeet-mij-nietjes. Vooral vliegensoorten zorgen voor de bestuiving.
De vruchtjes zijn wel ruw behaard en blijven aan dieren en mensen klitten. Uiteindelijk vallen er vier platte, glanzend zwarte nootjes uit.
Akkervergeet-me-nietje is een ‘winterannuel’,d.w.z. het plantje kiemt in de herfst, overwintert als kiemplant, groeit en bloeit in voorjaar en zomer en sterft vervolgens af.
De wetenschappelijke soortnaam ‘Myosotis’ betekent ‘muizenoortje’, van myos= muis en otis= oor.
‘Arvensis’ betekent ‘van de akker’. Ook in ons land wordt hier en daar de naam ‘muizenoortje’ gebruikt, naar de zacht behaarde grijsgroene blaadjes. In Breda wordt het wel ‘lievevrouwke’ en ook wel ‘onschuld’ genoemd.
In vrijwel alle Europese talen heten deze plantjes ‘vergeet-mij-niet’: bv. in het Engels ‘forget-me-not’, in het Duits ‘Vergissmeinnicht’. Ook in de Skandinavische talen heet het letterlijk ‘vergeet-mij-niet’, bv.’forget-mig-ej’ in het Deens.
Bloem | Vijftallig, bijna 5 mm, lichtblauw met gele keelschubben, bloeiwijze is een schicht. Zie de foto's 2, 3 en 4. |
Hoogte | 0,10 - 0,50 m. |
Bloeitijd | Mei – september. |
Blad | Langwerpig ovaal, gave rand, dicht behaard. Zie foto 6. |
Stengel | Bloeistengel met verspreid staande bloemetjes. Zie foto 5. |
Vruchten | Vierdelige splitvrucht, bestaande uit zwart glimmende nootjes van 1,5 mm lang. Zie foto 7. |
Overig | Vaste plant of eenjarig. |
Standplaats | Droge tot matig vochtige, voedselrijke plaatsen. |
In Breda | Uiteenlopende plaatsen: bermen, plantsoenen,i ndustrieterreinen, brandgangen. |
Vergelijk | Bosvergeet-mij-nietje (Myosotis sylvatica). In alles wat forser: grotere en dieper blauwe bloemen. Breidt zich in de bebouwde omgeving sterk uit. Veel als tuinplant gebruikt. Tweejarige soort. |