Kleine veldkers

Kleine veldkers
Cardamine hirsuta
Kruisbloemenfamilie
---------------------------------------------------------------

Kleine veldkers doet het eerste deel van zijn naam eer aan: het is een heel kleine, onopvallend plant. Zoals de meeste voorjaarsbloeiers overwintert het als kiemplantje. In de winter zijn overal de polletjes van de kleine veldkers te vinden. In tuinen en plantsoenen kan het als een vervelend onkruid ervaren worden want het is goed bestand tegen bestrijdingsmiddelen. Al snel na een spuitbeurt steekt de kleine veldkers het kopje al weer op. Je krijgt het plantje vaak gratis bij andere planten uit een tuincentrum.

De bladrozet houdt de hele winter zijn groene kleur. Het blad is rijk aan vitamine-C. Vroeger werden de rozetjes in de winter verzameld om als groente te eten. In een tijd van het jaar dat er weinig andere groenten waren, was dat zeer welkom. In de alternatieve keuken worden de blaadjes nog steeds gebruikt in salades. De smaak is te vergelijken met die van de verwante tuinkers, een beetje peperachtig, en naar radijs.

Het geslacht Cardamine telt wereldwijd tussen de honderd en tweehonderd soorten. Het is een van de grootste kruisbloemengeslachten. Het voornaamste kenmerk waarmee dit geslacht verschilt van andere kruisbloemigen is het verschijnsel ‘springvrucht’. De kleppen van de hauwen drogen uit als het zaad rijpt en komen zo onder spanning te staan. Tenslotte laten ze aan de voet los, rollen zich naar boven op waardoor de zaden met kracht worden weggeslingerd. 

De geslachtsnaam ‘Cardamine’ stamt van het Griekse ‘kardia’ voor hart en ‘damao’ voor verzachten, maar ook de smaakverwantschap met het kruid kardemom, een gemberachtige plant, kan de verklaring zijn.

De soortaanduiding ‘hirsuta’ betekent behaard, maar de plant is zo goed als kaal. Die naam is min of meer per ongeluk bij de kleine veldkers terechtgekomen. In de Nederlandse naam ‘veldkers’ onderscheidt het eerste deel van de naam, ‘veld’, de plant van een verwante plant, de waterkers. Het woord ‘kers’ stamt af van een oud Proto-Germaans woord: ‘krasjo’ en betekent eten, verslinden. Blijkbaar was al vroeg bekend dat waterkers(cresson), tuinkers en veldkers lekker en gezond zijn.

Bloem Vier kroonbladen en vier kelkbladen,  kruisgewijs geplaatst. 4 meeldraden.
De bloemen staan in een tros.
Hoogte 0,05 – 0,25 m.
Bloeitijd Maart – juni.
Blad Geveerd, met meestal vier paar deelblaadjes, de onderste bladeren in een rozet.
Zie foto 3.
Stengel Kaal, met 2 – 4 verspreide bladeren.
Vruchten Hauwen waarvan de kleppen naar boven oprollen zodat de zaden wegslingeren.
De hauwen steken boven de bloeiende bloemen van dezelfde tros uit. Zie foto 2.
Overig Eenjarige plant, aromatisch.
Standplaats Kalkachtige, zandige bodem. Verlangt wel vocht en daarom vaak op beschaduwde plaatsen.
In Breda Overal, tussen tegels, in tuinen, plantsoenen, plantenbakken.
Vergelijk Bosveldkers, Cardamine flexuosa. De stengel heeft meer bladeren en de hauwen steken niet boven de bloemen uit. 6 meeldraden.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda