Kleefkruid

Kleefkruid
Galium aparine
Sterbladigenfamilie
------------------------------------------------------------ 

Kleefkruid is een opvallende plant omdat hij zich vasthoudt aan de omliggende planten en deze bijna geheel aan het oog kan onttrekken. Zij kunnen zo een chaotisch uitziend geheel vormen. De planten vinden in de stad een biotoop op plekken in de halfschaduw: bij heggen en plantsoenranden. Daar kan het enorm woekeren en heel lastig te verwijderen zijn.

De naam kleefkruid zou beter klitkruid kunnen zijn omdat de plant haakvormige beharing heeft waarmee ze zich aan alles wat voorbijkomt vast kan klitten. Ook de zaden zijn met haakjes bekleed.
Zo zijn het honden en mensen die deze plant helpen bij zijn verspreiding. Kleefkruid lijkt erg op lievevrouwebedstro (Galium odorata) dat ook als tuinplant gewild is en tot hetzelfde geslacht behoort.

In de volksgeneeskunst werd het kruid al in de oudheid gebruikt om bloedingen te stelpen.

De geslachtsnaam ‘galium’ is afkomstig van het Griekse ‘gala’ dat ‘melk’ betekend. Galiumsoorten werden gebruikt om de melk te doen stremmen. De van het Griekse woord ‘apaireo’ afgeleide soortaanduiding ‘aparine’ betekent ‘grijpen’.  Het is niet verwonderlijk dat veel streeknamen van deze plant duiden op dit klit- of kleefvermogen.
In Princenhage heet de plant klittenkruid en in Terheijden gewoon plakkertjes of ook wel plakkerkes en plekkerkes. In Breda hoorde men ook wel de naam miauwtjes of miake. Dit kan duiden op het feit dat de vruchtjes in de haren van poezen bleven hangen en zo werden verspreid of door de eigenaar van deze poezen met veel moeite uit de haren van een huisdier moesten worden verwijderd.