Grote lisdodde

Grote lisdodde
Typha latifolia
Lisdoddefamilie
---------------------------------------------------------------
Iedereen kent wel de ‘sigaren’ aan de waterkant. Dat is bijna altijd de grote lisdodde; onmiskenbaar als de vrouwelijke aar rijp is en groot en donkerbruin tussen lange groene bladeren staat. Er bestaat ook een kleine lisdodde, die sterk lijkt op de grote, maar die is in Breda en verder in Brabant, zeldzaam. Het is meer een plant van de laagveengebieden.
De ‘sigaren’ blijven lang aan de stengel zitten en waaien pas laat in de herfst weg in vlokken. De vlokken bestaan weer uit heel veel zaadjes die omgeven zijn door lange haren waardoor ze kunnen zweven. Heb je ze binnengehaald en zijn ze daar, altijd onaangekondigd, rijp geworden, dan ben je de sigaar en wel even bezig met opruimen. Het spul zit overal.
De grote lisdodde kan uitgebreide bestanden vormen, niet door zaad, maar door middel van uitlopers.

De plant is de laatste decennia sterk toegenomen omdat hij goed gedijt in zeer voedselrijk water. Brabant met zijn overbemesting is daarom ideaal voor de grote lisdodde. De plant verdraagt geen golfslag of stroom en je vindt hem dus altijd aan de luwe kant van een plas of in stroomvrije delen van een beek of rivier.
De wortelstokken zijn zetmeelrijk en werden vroeger wel gegeten. De vruchtkolven werden algemeen gebruikt om lampen schoon te maken. In de Baronie werd de plant ook lampenpoetser genoemd.

De geslachtsnaam ‘Typha’ heeft aanleiding gegeven tot minimaal zeven zeer uiteenlopende mogelijke verklaringen. Het Griekse woord voor ‘moeras’, de natuurlijke groeiplaats van lisdodde, is er een van. Daar houden we het maar op. De soortaanduiding ‘latifolia’ betekent ‘breed blad’, omdat het blad breder is dan dat van de kleine lisdodde. De naam ‘lisdodde’ is ontstaan vanwege de gelijkenis van de bladeren met die van de lis. ‘Dodde’ slaat natuurlijk op de dotachtige aar.
In de Baronie waren nog meer namen in zwang: duilen of duilstok, kontklopper, rietsigaren.

Bloem Bloemen dicht opeen in cilindervormige aren. Mannelijke bloemen bovenaan, de vrouwelijke onder.
Hoogte 1.00 – 2,50 m.
Bloeitijd Juni-juli
Blad Langwerpig, 1 – 2 cm breed, blauwgroen. Zie foto 2.
Stengel Onvertakt, rechtopstaand, buigzaam.
Vruchten Vrouwelijke aar bij rijpheid zwartbruin. Zie foto 2.
Overig Vaste plant, wortelstokken.
Standplaats Aan waterkanten in zeer voedselrijk milieu en voedselrijk wordende vennen.
In Breda Langs de Mark en Aa of Weerijs, in sommige parkvijvers.
Vergelijk Kleine lisdodde (Typha angustifolia), deze heeft smaller blad en de mannelijke en vrouwelijk bloemen staan iets van elkaar verwijderd.

 

Grote lisdodde

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda