Groot kaasjeskruid

Groot kaasjeskruid                       
Malva sylvestris
Kaasjeskruidfamilie
---------------------------------------------------------------
Kaasjeskruid is al heel lang bekend om zijn geneeskrachtige werking. Het was een ware allesgenezer. Een beker met een aftreksel van de bladeren en de bloemen zou alle ziekten uit het lichaam weren. Meer speciaal bracht het verlichting bij hoesten en keelpijn. Ook bij maag- en darmstoornissen, insectenbeten en voor het op gang brengen van de bevalling bewees het goede diensten. Nog steeds is het een geliefde plant in de kruidengeneeskunde.
Karel de Grote liet het kaasjeskruid aanplanten in zijn keizerlijke tuinen, waarmee het de status van sierplant kreeg.
In de Middeleeuwen werd kaasjeskruid als groente gegeten. Datzelfde gebeurde in Jeruzalem tijdens de Israëlisch-Palestijnse oorlog in 1948. Vrouwen verzamelden de planten op braakliggende terreinen en kookten ze als een soort spinazie omdat er niets anders te eten was. Kaasjeskruid is nog steeds te vinden in de alternatieve keuken maar nu meer als smaakmaker van soepen en sauzen.

De geslachtsnaam ‘Malva’ is afgeleid van het Griekse ‘malassoo’ dat verzachten betekent. Dat wijst op het medicinale gebruik van de plant. De soortaanduiding ‘sylvestris’ betekent ‘in het bos te vinden’. Dat is bij ons allang niet meer het geval.
De zaaddoosjes die op kleine kaasjes lijken, hielpen de plant aan zijn Nederlandse naam. In Breda is de volksnaam 'keskeskruid' bekend.